Soms beginnen dagen met gebeurtenissen, die later de eerste van een reeks pechgevallen blijken te zijn. Iets wat je op dat moment nog niet weet. Gelukkig. Zo begon mijn afgelopen zondag prima. Uitgerust en vol goede moed zou ik richting Egmond vertrekken om daar mijn eerste marktdag te beleven. De auto was snel ingeladen. Had ik alles? De vodjes papier waarop mijn checklist verspreid was weergeven, waren alle afgevinkt en daar vertrok ik.
Wat zie ik? De tank leeg? Licht geïrriteerd dan toch maar eerst langs de benzinepomp. Ik houd van auto’s, maar tanken vind ik zo een zinloze bezigheid. Kostbare minuten in mijn scherpe tijdsplanning. Oh ja, dat ene lampje dat weer ging branden. De bandenspanning. Verrek, totaal vergeten. En inderdaad, bij de pomp aangekomen, zag ik een lelijke glooiing in mijn rechter voorband. Maar dáár ging ik niet mee op pad! Het lijkt nu, terwijl ik dit schrijf, dat dit alles in kalmte werd geregistreerd, maar eigenlijk was niks minder waar. Ik was wel degelijk een tikkeltje gespannen voor de markt, tel daarbij op de toch weer net iets te strakke planning en het gebrek aan benzine en lucht, en mijn ogenschijnlijke kalmte was totaal verdwenen. Driftig en boos snelde ik van de pomp naar huis. Ik zou niet gaan, of op z’n minst met een andere auto.
Laat ik die nou hebben. Die andere auto.
Het is een oude Saab, cabrio nog wel. Hij rammelt, hij tikt, lekt een beetje olie, ruikt naar benzine en de sigaretten van de vorige eigenaar, heeft scheuren in de bekleding, maar och, wat is die auto charmant. Ik rijd er graag in. Kleine overzichtelijke stukjes, dat wel. Want zo charmant als hij is, zo onbetrouwbaar vind ik ‘m (of haar, dat weet ik nog niet) ook.
Maar ik had geen keus. Wilde ik de markt nog bereiken dan moest ik toch met de Saab. Inmiddels verhit alles voor de tweede maal die dag door de handen laten gaan. En toen was mijn uitgestelde vertrek daar.
Aangekomen in Egmond, de reis ging vlekkeloos, vond ik mijn, als enige nog lege, kraam al snel en het optuigen kon beginnen. Die wind had ik wat onderschat om eerlijk te zijn. Stom, want aan een boulevard van een badplaats waait het best vaak. En de grijze voorspellingen hadden me daar ook op geattendeerd. De eerste keer dat al mijn kaartjes dan ook uit de kraam waaiden, grapte ik nog tegen een passant, dat een betere verspreiding van mijn toko eigenlijk niet denkbaar was. Ondertussen was ik naarstig op zoek naar een methode om de boel toch enigszins ordelijk en representatief te laten liggen. Knikken en lachen.
Inmiddels had ik al meerdere lagen kleding over elkaar aangetrokken, maar ik voelde de koude in mijn beginnend roestend gestel optrekken. Hangend op een onhandige kruk van een aardige buurman, die verdorie toch wel iets beter boerde dan ik, bekeek ik de voorbij schrijdende menigte. Veelal Duitsers. Schon gucken, aber nichts kaufen.
De wind was inmiddels aangewakkerd. Ik had nog geluk, want mijn kraam bevond zich in de luwte van een hotel. Een stukje verderop waaiden twee kramen volledig om. Schilderijen en andere kunst lagen in het duin. Ik zag de bijbehorende mensen niet veel later vertrekken. Jammer genoeg was mijn kraam nog niet omgewaaid. Ik was inmiddels tot op het bot verkleumd, had mijn kaartjes en stoffen al meerdere malen van de straat geplukt en zag dat de regen nu ook ín mijn kraam was. Mijn zorgvuldig ingelijste aquarellen werden nat. Ik rook al geen winst, maar zag nu zelfs duidelijk een schadepost. De organisator van de markt kwam de penningen innen. “Nee, je moet wel blijven tot 17.00 uur, want tot zo laat duurt de markt.” Hij anticipeerde op mijn al half leeg geruimde stalletje. Voor de vorm ging ik nog even zitten op de wankele kruk. Mijn Saab, die toevallig op de parkeerplek tegenover mijn kraam stond, het enige geluksmoment van die dag, lonkte en zei: “kom, we gaan naar huis”.
Ik liet het me geen twee keer zeggen. De laatste spulletjes achterin gepropt en mijn buren gedag gezegd en daar gingen we, Saab en ik, weer terug. Google heeft me langs alle files geleid en zo kwam ik uiteindelijk na een wonderlijke dag weer terug op het honk. Lichtelijk ontgoocheld, maar uiteindelijk na een paar verwarmende glazen wijn en bemoedigende woorden van mijn echtgenoot, toch wel trots dat ik mijn debuut op de markt gemaakt had.
Alle begin is moeilijk en de aanhouder wint. Ik geloof dat ik met dat adagium uiteindelijk in slaap ben gevallen.
Reactie plaatsen
Reacties
Hilarisch Freek, zie het geheel voor mij !
Houd vol hoor !!! Veel mooie vogels tekenen en ik word je beste klant 😀😀😀